05 april 2023

Ik weet dat ik me had voorgenomen om elke woensdag en elke zaterdag een halfuur te schrijven, maar ik voel vandaag terug een sterke weerstand en de neiging om elke zin die ik typ te wissen. Mijn innerlijke criticus is enorm van jetje aan het geven en het valt me moeilijk om iets in te brengen tegen de harde woorden die in mijn hoofd vallen. Dat ik er mee moet stoppen. Dat ik niet interessant ben. Dat zelfs uit sympathie niemand op mij zit te wachten want dat ik een hatelijk kutwijf ben. Dat iedereen mij haat. Het is enorm moeilijk nu om me te houden aan mijn voornemen om mezelf nu niet te editen. Het is een braindump, het maakt niet uit. Het is een maar een braindump. Let niet op zinsconstructies of logische volgordes. Braindump. Niet wissen. Niet wissen. Gewoon doorgaan tot de wekker gaat. Blijven typen, al is het maar om je innerlijke criticus te tonen wie er de baas is. Ik ben niet interessant? Ik heb niets te vertellen? Ik geef geen fok. 

Gewoon starten en zien wat er gaat komen. Gewoon springen en dan pas denken. De problemen pas oplossen als ze zich voordoen. Jezelf niet censureren. Niet panikeren. Panikeer nu toch eens niet. Stop met panikeren. Ik heb al zo vaak te horen gekregen dat ik te snel panikeer. Alsof ik daar controle over zou hebben. Soms vond ik de opmerking niet eens terecht. Als ik simpelweg in gezelschap opmerk dat onze laatste trein naar huis binnen tien minuten zal vertrekken en onze wandeling naar het station acht minuten duurt, is dat panikeren? 

Ik ben niet goed in geen fok geven. Ik ben een stresskip. Ik ben voorzien op elk doemscenario. Soms is dat voorzien zinvol. Meestal is dat voorzien niet zinvol.  Ik doe zelden portefeuilles kwijt en ben vrijwel nooit te laat. Men wil soms ook weleens jaloers zijn op hoe georganiseerd ik kan zijn. Alsof dat een aangeboren gave is. Iets waar ik goed in ben. Ik durf niet te beginnen zeggen hoe veel denkwerk het me kost. Hoe uitputtend het is, maar hoe ik het niet kan laten. Liever uitgeput dan ergens niet mee in orde. Liever streng voor mezelf dan het risico lopen iemand anders boos.

Als ik ergens naartoe moet, reken ik vijftig procent extra reistijd dan Google Maps adviseert.  Tenzij er effectief iets misloopt, ben ik meestal minstens een halfuur vooraf aan mijn afspraak om dan nog minstens achtentwintig minuten lang blokje rond te lopen, voortdurend angstvallig de tijd in het oog houdend. Mijn Fitbit is blij als ik ergens naartoe moet. Als ik de trein moet nemen, check ik nonstop of ik wel een ticket gekocht heb, voor het geval ik toch verstrooid geweest zou zijn. Ik ben nog nooit vergeten een ticket te kopen.  Maar het is zeker geen aangeboren gave. Het is een traumarespons. Niet echt iets om jaloers op te zijn. Hyperalertheid put je zodanig uit dat je op den duur effectief niet eens meer oplettend kan zijn. Tot je voor je uit zit te kwijlen in een verwarde waas waar alleen een afgrijselijk luide innerlijke criticus door heen kan knallen.

Maar ik blijf mijn uiterste best doen om te blijven typen. Iets van tegengas te geven. En hoe enorm de cringe ook weegt, om mezelf nu niet editen. 

Zie, was dat nu zo moeilijk?

Geen opmerkingen: